PlanMER als katalysator voor de Omgevingsvisie
Blog van Ruud de Graaf | 2 november 2020
Steeds meer gemeenten maken scherpe keuzes in hun omgevingsvisie. Ze maken hun ambities zo concreet mogelijk. De kans dat de omgevingsvisie PlanMER-plichtig is neemt daardoor toe. Door hier in het proces voor de omgevingsvisie vroegtijdig aandacht voor te hebben, kunnen omgevingsvisie en PlanMER elkaar versterken en zelfs samen oplopen in één proces. Het PlanMER kan zo veel meerwaarde hebben voor de op te stellen omgevingsvisie. Bijvoorbeeld door het aanbrengen van focus, het vergroten van de realiteitszin en de monitoring van het resultaat. Samen met samenwerkingspartner en m.e.r.-specialist Willie Fikken hebben wij hiervoor een slimme aanpak ontwikkeld.
Hoe doen we dat?
In de eerste fase van het proces maken we een foto van de huidige (milieu)situatie van de leefomgeving: de leefomgevingsfoto. Ook brengen we hier de ambities van de gemeente en de mogelijke keuzes voor de omgevingsvisie in kaart. De mogelijke effecten (van deze keuzes) op de leefomgeving worden met quick scans ingeschat. Deze input vanuit het PlanMER-proces geeft in een vroeg stadium inzicht in de haalbaarheid van de ambities. Dit biedt inzicht in de impact van de verschillende ideeën en ambities en geeft een onderbouwde focus voor het gesprek over wat je wel en wat je niet in de omgevingsvisie kunt of wilt opnemen.
Sustainable Development Goals (SDG’s) als afwegingskader
Het afwegingskader dat we hierbij gebruiken is gebaseerd op de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, de Sustainable Development. Deze worden in Nederland ook wel de Global Goals genoemd. Dit afwegingskader is door VNG en Commissie m.e.r. ontwikkeld en gepubliceerd.
De Global Goals sluiten nauw aan bij de maatschappelijke opgaven in Nederland én bij de drie overkoepelende maatschappelijke doelen die in de omgevingswet worden genoemd (duurzame ontwikkeling, bewoonbaarheid van het land en beschermen en verbeteren van het leefmilieu). De omgevingsvisie moet een integraal karakter krijgen. Dat betekent dat niet op één van deze hoofddoelen mag worden geoptimaliseerd ten koste van andere. De bedoeling is juist om een evenwicht te bereiken en waar mogelijk te verbinden. Door het SDG-kompas voor de leefomgeving als afwegingkader te gebruiken geven we hier op een mooie manier invulling aan.
Wat levert het op?
Door onze aanpak wordt de omgevingsvisie realistischer en concreter en kan er sneller tot realisatie van de ambities worden overgegaan. Als gevolg van de m.e.r.-vereisten, moet er na vaststelling van de visie ook gemonitord worden in hoeverre de ambities worden gerealiseerd. Iets wat, naar ons inzicht, bij elke omgevingsvisie uitgangspunt zou moeten zijn. Door het netwerk aan partijen uit het omgevingsvisie-proces in stand te houden en een rol te geven in de monitoring (en het eventueel bijsturen) kan een duurzame samenwerking ontstaan en het resultaat worden vergroot. Het resultaat van deze aanpak is een ‘realistische’ omgevingsvisie, een plan-MER dat daarvoor de onderbouwing levert en een slim proces waarmee het resultaat voor de mensen in het gebied wordt geoptimaliseerd in lijn met de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties.
Meer weten? Neem contact op met Ruud de Graaf op 06-42745693.